The Curse of the Jade Scorpion, van regisseur Woody Allen (2001)
Verzekeringsgigant huurt een efficiency expert in, om het bedrijf wat gezonder te maken.
Om haar plannen te verwezenlijken heeft ze steun nodig van de directeur Magruder (Dan Akroyd).
De twee krijgen een relatie en Betty Ann (Helen Hunt) kan niets verkeerd doen.
Toch wil de Magruder zijn beste verzekeringsagent, C.W Briggs (Woody Allen) niet kwijt.
De twee ( Fitzgerald en Briggs) kunnen elkaars bloed wel drinken en de sfeer is er niet beter op geworden.
Briggs heeft jaren goed werk afgeleverd en een van de moeilijkste klussen geklaard.
Dat het niet allemaal volgens het boekje gaat, dat maakt Briggs niet uit.Magruder realiseert zich dit alles en hij probeert een verzoeningspoging door ze beiden uit te nodigen bij de show van een hypnotiseur.
Hypnotiseur Voltan brengt beide medewerkers onder hypnose en laat ze dingen doen die ze normaal nooit zouden hebben gedaan.
Dat de hypnotiseur zijn hypnose echter niet ongedaan heeft gemaakt, dat heeft niemand in de gaten gehad.
Eenmaal thuis gaat bij Briggs de telefoon en wordt hij weer onder hypnose gebracht en aangezet tot zaken die hij normaal niet zo doen...Normaal heb ik het niet zo op films van Woody Allen, maar bij het zien van deze film ben ik daar op terug gekomen.
De dialogen tussen Helen Hunt en Allen zijn messcherp en heerlijk cynisch.
Ook het gegeven van de film is heel leuk gevonden.
Briggs die er echt bij loopt als een soort Inspecteur Columbo ( ik miste alleen de hond)
en Fitzgerald die in feite haar weg naar de top heeft geneukt en nu probeert het fossiel (Briggs) weg te krijgen.
Helen Hunt speelt voortreffelijk tegenspel ; ze lijken wel getrouwd!
De film draait om de twee hoofdrolspelers en de rest zijn karikaturen. Sowieso vond ik het net een comic! Dus zeker een aanrader!